Het moet gezegd worden: behalve Tim Bunker, die in mijn tijd in New York de voorzitter was van de Masters of de Universe club, heb ik nooit een wonderlijker man ontmoet dan mijn neef Renard. Hij trekt me vanuit de schuldsanering mee in de zoektocht naar een oud boek van de Tempeliers dat afkomstig is uit de Tempels van Salomon in Jeruzalem. Zelfs de grootste schrijver in het genre romans kan dit niet verzinnen. Door een eenvoudige vraag te stellen, weet hij mij in zijn ban te krijgen en ontneemt hij mij mijn nachtrust. In de aan mij toegewezen kamer in het gastenverblijf van het klooster lig ik in mijn bed te malen over het “niets” en het “iets” als bronnen van het alles. Het lijkt op een zoektocht naar de waarheid achter de werkelijkheid. Maar wat is eigenlijk “de werkelijkheid?”
Soms denk ik wel eens dat we allemaal letterlijk in ons eigen universum wonen en dat de werkelijkheid afhankelijk is van hoe we naar de wereld kijken. Is het niet zo dat ieder mens een eigen waarheid en een eigen werkelijkheid heeft? Zo werkte dat, gek genoeg, ook voor mij tijdens mijn succesvolle periode op de beurs. De koers ontwikkelde zich altijd in de richting die ik me vooraf had kantoorruimte schiphol voorgesteld. Soms ook weer niet, anders was ik nu niet failliet geweest en had ik niet in de schuldsanering gezeten. Maar is mijn werkelijkheid wel de realiteit of zit er nog een vierde dimensie achter die het leven stuurt? Het zou kunnen dat de vierde dimensie niet aan het stuur zit, maar dat ik mijn eigen leven stuur om te groeien in mijn ontwikkeling. Zonder die zeperd op de beurs had ik nu niet bij Renard in het klooster gezeten en mijn hoofd gepijnigd over of de oorsprong van het alles in het niets of het iets ligt. Ik betwijfel sterk of ik op dit pad moet verdergaan. Iets in mij zegt me namelijk dat de kijk op mezelf en op het universum nooit meer hetzelfde wordt als ik de opdracht van Renard aanneem. Misschien laat ik me te erg leiden door mijn angsten en moet ik juist de confrontatie aangaan.