De randvoorwaarden

Gerelateerde afbeelding

Het aangeven van de relaties en de randvoorwaarden tussen de verschillende bedrijfsfuncties in de organisatie. Onder de verschillende bedrijfsfuncties wordt verstaan: inkoop en verkoop, productie, personeel, financiën en informatie. • Het aangeven van de mate van integratie tussen de verschillende deelinformatiesystemen in en buiten de organisatie. De informatievoorziening houdt zich bezig met communicatie. Deze informatievoorziening is in delen opgesplitst, waardoor een coördinatieprobleem ontstaat. Zo bestaat er in een organisatie meestal een stuk administratieve automatisering, productieautomatisering en kantoorautomatisering. Het is aan het management in welke mate er tussen deze kantoorruimte huren rotterdam deelsystemen een integratie gerealiseerd moet worden. • Het aangeven van de informatiebehoefte, vooral gericht op de verschillende managementniveaus. Indien mensen in de organisatie over informatie beschikken die anderen niet hebben, dan kunnen zij deze aanwenden om invloed uit te oefenen op de besluitvorming. Met andere woorden: indien men beschikt over informatie kan men zich hiermee een bepaalde machtspositie verwerven. Binnen organisaties zien we dan ook vaak rivaliteitsverhoudingen tussen managers of afdelingen onderling, waarbij getracht wordt de eigen belangen veilig te stellen door op een creatieve wijze om te gaan met informatieverstrekking aan anderen. Persoonlijke of afdelingsbelangen hoeven niet per definitie van tegengesteld belang te zijn aan de organisatiebelangen. Rivaliteit kan kantoorruimte huren almere leiden tot verhoogde inspanningen en alertheid van de organisatieleden. Algemene strategie t Informatiestrategie t Informatieplanning ‘
.à Figuur 6.27 Verband tussen algemene ondernemingsstrategie, informatiestrategie en informatieplanning
Enkele voorbeelden van het oneigenlijk gebruik van informatie zijn:
317
• Het verstrekken van te weinig informatie met als doel een ander beeld oneigenlijk gebruik van informatie dan de werkelijkheid weer te geven. • Informatie op een zodanige wijze presenteren dat er een positievere indruk wordt gewekt dan gerechtvaardigd is (bijvoorbeeld door een schaalverdeling in een grafiek aan te passen). • Het verspreiden van informatie op bepaalde afdelingen in de organisatie met als doel hiermee stemming te maken. • Het achterhouden van informatie met als doel de besluitvorming in positieve zin of negatieve zin te beïnvloeden. • Het verstrekken van te veel informatie om de besluitvorming te vertragen of om verwarring te zaaien.
In het volgende hoofdstuk zal informatie een belangrijke plaats innemen.