Het lot moet het wel op Josef hebben gemunt, want zonder dat hij een misstap heeft begaan, is hij toch in de goot geëindigd. Hij slaapt onder de spoorbrug en heeft zijn vaste plaats bij de Koppelpoort op de Kampstraat in Amersfoort. Josef behoort al zolang tot het vaste meubilair van de stad Amersfoort dat de politie hem met rust laat en zijn ongeoorloofde bedelen niet bestraft. De meeste mensen lopen met een grote boog om Josef heen, maar Kathleen vond hem zielig en gaf hem altijd geld voor koffie. We maakten af en toe een praatje en zodoende ken ik hem.
De dag na het lezen van het boek over de Tempeliers loop ik voor het eerst in lange tijd door Amersfoort. De apathie is verdwenen en ik heb geen last meer van depressiviteit. Bij de Koppelpoort kom ik Josef tegen. Hij is een man van middelbare leeftijd, gekleed in voddige kleren en ongeschoren en onverzorgd. Hij zit op een vieze deken met een hond naast zich, die ontstaan moet zijn uit een mengeling van rassen. In een boodschappentas op wieltjes zit zijn totale hebben en houden. Onze blikken kruisen elkaar, ik knik naar hem en ik begin een gesprekje. Ik heb de sterke behoefte om iets goeds voor de wereld te doen en Josef is een willig slachtoffer. “Goedemiddag Josef, hoe staat het ermee?” “Het gaat, meneer.”
“Heb je zin in een kop koffie?” Josef knikt en ik loop verderop naar een café om twee bekers tijdelijk kantoor huren rotterdam koffie te bestellen. Dankbaar neemt Josef de warme kop aan en we genieten van het mooie weer en de koffie. “U ziet er moe uit, meneer.” “Ik heb een zware tijd gehad,” zeg ik. “Mag ik u vragen wat er is meneer?” “Ik ben failliet gegaan en alles is van me afgenomen,” zeg ik. Ik realiseer me dat dit de eerste keer is dat ik dat aan een wildvreemd iemand vertel. Het is een klein stapje dat ik neem in de verwerking van het leed dat me is overkomen. “Dat is mij ook overkomen meneer.” “Vertel eens iets meer over je leven,” vraag ik. “Ik heb er zelf bewust voor gekozen om zwerver te worden.” Ik kijk Josef bedenkelijk aan. Eigen keuze! Wie kiest er nu in hemelsnaam voor het tijdelijk kantoor huren almere bestaan van een zwerver? “Meneer, ik was ooit bibliothecaris bij de bibliotheek aan de Zonnehof.” De verbazing op mijn gezicht wordt groter. “Dat meen je niet.”